Extra aandachtspunten bij aanvraag NOW

Vandaag kunt u de NOW aanvragen bij het UWV. Men verwacht vele aanvragen. Het aanvraagproces gebeurt volledig online en is niet moeilijk. Maar daarbij zijn enkele aandachtspunten van belang:

1.   Maak de omzetdaling voldoende aannemelijk
U moet voldoende aannemelijk maken dat u 20% of meer omzetdaling verwacht, door buitengewone omstandigheden. Dat zijn omstandigheden die niet tot het normale ondernemersrisico behoren. Pas veel maanden later controleert het UWV uw aanvraag. Dat betekent dat u nu goed moet onderbouwen en vastleggen, wat er door het Convid-19 virus met uw omzet is gebeurd. Gebruik daarbij uw eigen praktijksituaties. Beschrijf de situatie. Calculeer de omzetdaling en bewaar deze stukken minimaal 5 jaar. De verwachte omzetdaling moet in hele procenten opgeven. Daar zit wel een punt van aandacht, want 19,8% is afgerond 20% maar feitelijk is er nog geen sprake van 20% omzetdaling.

2.   U kunt schuiven met de ingangsdatum
Elke aanvraag omvat een periode van 3 maanden. Een periode vangt altijd aan op de 1e van de maand. De totale periode omvat de maanden maart, april, mei, juni en juli van 2020. U kunt dus starten op 1 maart, 1 april of 1 mei. Daarna niet meer. De aanvraag moet uiterlijk 31 mei bij het UWV binnen zijn. Daarna wordt de aanvraag geweigerd.

3.   Wacht niet te lang, als de financiële nood hoog is
De subsidie kan namelijk geweigerd worden op grond van artikel 4:35 van de Awb in de volgende situaties:

1.  de aanvrager is failliet verklaard
2. aan de aanvrager is surseance van betaling verleend;
3. de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen is van toepassing verklaard;
4. een verzoek voor een dergelijke schuldsaneringsregeling is bij de rechtbank ingediend.

Het UWV kan een toegekende subsidie dan intrekken (artikel 4.48 Awb).

4.   Meerdere aanvragen is niet mogelijk
Mocht een aanvraag zijn geweigerd, dan kunt u geen tweede keer meer doen. Dat betekent dat u zeker moet zijn, aan de voorwaarden te voldoen.

5.   Hoe moet ik de omzet schatten?

De omzetvermindering moet 20% zijn over een periode van 3 maanden. De omzetvermindering hoeft niet in elke maand plaats te vinden. Dat kan ik het eenvoudigst toelichten met twee voorbeelden:

a) De omzetdaling voor de maand april wordt op 20% geschat, maar over de maanden mei en juni wordt geen omzetdaling verwacht. Dan is het gemiddelde over 3 maanden 6,7%. Dat is minder dan 20%. Er wordt niet aan de voorwaarde van omzetdaling voldaan. Geen recht op subsidie;

b) De omzetdaling voor de maand april wordt op 60% geschat, maar over de maanden mei en juni wordt geen omzetdaling verwacht. Dan is het gemiddelde over 3 maanden 20%. Er wordt nu wel aan de voorwaarde van omzetdaling voldaan. Wel recht op subsidie.

6.   Wat gebeurt er als er verschil is, tussen omzetschatting en de gerealiseerde omzet?

Het voorschot van (maximaal) 80% wordt verstrekt over de opgegeven schatting van de omzetdaling. Achteraf vindt de controle plaats. Als achteraf blijkt dat de omzet uiteindelijk veel lager was dan de schatting, dan volgt er een nabetaling op basis van deze correctie. Andersom kan ook: de omzetdaling viel uiteindelijk mee. Dan moet er worden terugbetaald. Bij de controle wordt ook gerekend met de uiteindelijke subsidiegrens van (maximaal) 90%.

Er kan dus geen correctie plaatsvinden tijdens het verstrekken van het voorschot.

Het is raadzaam, als de omzet uiteindelijk veel lager uitvalt, om zo snel mogelijk na het einde van het drie maanden tijdvak het UWV te verzoeken een controle uit te voeren, zodat het ook zo snel mogelijk met een nabetaling wordt gecorrigeerd. Overigens heeft u 22 weken de tijd om zo’n controleverzoek aan te vragen.

Heeft u hulp nodig, neem dan contact met mij op.